Wilfordkaai te Temse
WAS001000046
De Wilfordkaai vormt het toeristisch centrum van Temse. Gelegen aan de Schelde en eindigend aan de Scheldebrug, omvat zij verscheidene horecabedrijven (specialiteit: paling, in het bijzonder paling in ‘t groen), het geboortehuis-museum van Priester Poppe, de beeldengroepen De kaailopers en De Tuysscher en de azijnzeker, een zonnewijzer, het toeristisch centrum De Watermolen (beschermd als monument), de aanlegsteiger en het boottoerisme, een wandelpromenade en de havenactiviteit. Bovendien paalt zij aan de Markt met O.L.Vrouwekerk en het gemeentehuis Sinds haar herwaardering als toeristisch epicentrum, vanaf de tweede helft van de jaren '80, vormt de Wilfordkaai ook de plaats van het gebeuren van grotere manifestaties.
Vanaf de bouw van de eerste Scheldebrug (1870) werd gedacht aan de aanleg van een nieuwe, volwaardige kaai. Na herhaalde beperkte aanpassingen werden in opdracht van de Staat grondige verbouwingswerken uitgevoerd van 1908 tot 1913. In tegenstelling tot wat oorspronkelijk was voorzien, weigerde het gemeentebestuur van Temse de kaai over te nemen. Zelfs weigerde het zijn geldelijke bijdrage te vereffenen, omdat de uitgevoerde werken niet voldeden: de kaaimuur neigde steeds meer naar de kant van de Schelde. Om verzakkingen tegen te gaan dienden van 1919 af herhaaldelijk herstellingswerken uitgevoerd. De steeds terugkerende wateroverlast en vooral de overstromingen van 1930 en 1953 hadden verzakkingen tot gevolg. Op 8/5/1970 stortte de kaaimuur in over een lengte van meer dan 100 m. Op 9/4/1973 werden ingrijpende herstellingswerken aangevat. De overstroming van 14/12/1973 zorgde voor extra moeilijkheden. De kaaiwerken werden beëindigd op 14/4/1976. Eerder dat jaar op 3 januari had een springvloed aanzienlijke overstromingen veroorzaakt, o.a. in Ruisbroek. De verhoging van de kaaimuur voorkwam nieuw onheil. Dankzij de herstellingswerken en de aanleg van een collectorennet is Temse sinds 1973 van overstromingen via de Schelde gespaard gebleven.
De moderne havenuitbating dateert van 1921 met de vestiging op de kaai van een bijhuis van de N.V. Comptoir-Charbonnier Maritime et Commercial, waarvan de hoofdzetel in Brussel was gevestigd. In 1926 fusioneerden de bijhuizen van deze vennootschap met de Etablissements G. Van Emmerik. Frans Van Riet, in 1923 directeur geworden van voormelde comptoir, werd ook directeur van het fusiebedrijf. In 1945 richtte hij naast de Etablissements G. Van Emmerik ook de handelsmaatschappij De Schelde op. In 1965 vormde zijn zoon Désiré beide zaken om tot de Etablissementen Désiré Van Riet (1967). In 1980 werd dit bedrijf overgenomen door de groep Belgomine.
De Wilfordkaai ontleent haar naam aan de familie Wilford (19de en 20ste eeuw). De naamgeving beoogt de nagedachtenis en de verdienste levendig te houden van deze vooraanstaande familie, die gedurende een eeuw een belangrijke rol speelde in Temse ( o.a. Wilfordboten en zeildoekweverij).
Vanaf de bouw van de eerste Scheldebrug (1870) werd gedacht aan de aanleg van een nieuwe, volwaardige kaai. Na herhaalde beperkte aanpassingen werden in opdracht van de Staat grondige verbouwingswerken uitgevoerd van 1908 tot 1913. In tegenstelling tot wat oorspronkelijk was voorzien, weigerde het gemeentebestuur van Temse de kaai over te nemen. Zelfs weigerde het zijn geldelijke bijdrage te vereffenen, omdat de uitgevoerde werken niet voldeden: de kaaimuur neigde steeds meer naar de kant van de Schelde. Om verzakkingen tegen te gaan dienden van 1919 af herhaaldelijk herstellingswerken uitgevoerd. De steeds terugkerende wateroverlast en vooral de overstromingen van 1930 en 1953 hadden verzakkingen tot gevolg. Op 8/5/1970 stortte de kaaimuur in over een lengte van meer dan 100 m. Op 9/4/1973 werden ingrijpende herstellingswerken aangevat. De overstroming van 14/12/1973 zorgde voor extra moeilijkheden. De kaaiwerken werden beëindigd op 14/4/1976. Eerder dat jaar op 3 januari had een springvloed aanzienlijke overstromingen veroorzaakt, o.a. in Ruisbroek. De verhoging van de kaaimuur voorkwam nieuw onheil. Dankzij de herstellingswerken en de aanleg van een collectorennet is Temse sinds 1973 van overstromingen via de Schelde gespaard gebleven.
De moderne havenuitbating dateert van 1921 met de vestiging op de kaai van een bijhuis van de N.V. Comptoir-Charbonnier Maritime et Commercial, waarvan de hoofdzetel in Brussel was gevestigd. In 1926 fusioneerden de bijhuizen van deze vennootschap met de Etablissements G. Van Emmerik. Frans Van Riet, in 1923 directeur geworden van voormelde comptoir, werd ook directeur van het fusiebedrijf. In 1945 richtte hij naast de Etablissements G. Van Emmerik ook de handelsmaatschappij De Schelde op. In 1965 vormde zijn zoon Désiré beide zaken om tot de Etablissementen Désiré Van Riet (1967). In 1980 werd dit bedrijf overgenomen door de groep Belgomine.
De Wilfordkaai ontleent haar naam aan de familie Wilford (19de en 20ste eeuw). De naamgeving beoogt de nagedachtenis en de verdienste levendig te houden van deze vooraanstaande familie, die gedurende een eeuw een belangrijke rol speelde in Temse ( o.a. Wilfordboten en zeildoekweverij).